Twee, drie steden wankelden naar een andere stad om water te drinken, en hun dorst werd niet gelest:
maar jullie zijn niet naar Mij teruggekeerd – spreekt de HEER. Ik trof jullie met korenbrand en meeldauw; sprinkhanen vraten je tuinen en wijngaarden kaal, en alle vijgen en olijven:
maar jullie zijn niet naar Mij teruggekeerd – spreekt de HEER. Ik stuurde de pest op jullie af, zoals Ik die ooit op Egypte afstuurde; Ik doodde je soldaten en je buitgemaakte paarden, zodat jullie de stank van je eigen legerkamp roken:
maar jullie zijn niet naar Mij teruggekeerd – spreekt de HEER. Ik vernietigde jullie, zoals Ik Sodom en Gomorra vernietigd heb; jullie werden als een stuk zwartgeblakerd hout dat uit de vlammen is weggerukt:
maar jullie zijn niet naar Mij teruggekeerd – spreekt de HEER. Daarom zal Ik tegen je optreden, Israël. Maak je gereed voor de komst van je God, Israël, want Ik ben het die tegen je zal optreden.
De schepper van de bergen en de wind, Hij die de mens Zijn plan onthult, Hij die de dageraad verduistert, Hij die over de bergtoppen schrijdt – Zijn naam is HEER, God van de hemelse machten.